Rosé wijn


Rosé: niet rood, niet wit

\r\nWaar rode wijnen een mooie, donkere kleur hebben en witte wijnen een sprankelend blanke kleur, zit de rosé er met zijn zachtroze tint precies tussenin. Dat geldt trouwens ook voor de smaak: een goede rosé kiest ook qua smaak de middenweg tussen rood en wit: het frisse, fruitige van de witte wijn vermengt zich met de wat stevigere smaken van rode wijn.\r\n

Productieproces

\r\nHoewel een rosé de kleur en smaak van een mengsel heeft, is het verboden om rosé te maken door rode en witte wijn te mengen. Een mengsel geeft wel de kenmerkende kleur van rosé, maar de smaak is zeker anders.\r\n\r\nRoséwijn dankt zijn kleur aan de manier waarop de wijn wordt gemaakt. Tijdens het traditionele proces worden de druiven allereerst gekneusd en met schil en al verwerkt. Door de toevoeging van de druivenschillen krijgt het sap een lichtrode kleur. Hoe langer de schillen bij het sap blijven, hoe donkerder de kleur van de wijn zal worden. Wanneer het sap een mooie tint heeft gekregen, worden de druivenschillen verwijderd en de druiven geperst.\r\n

Herkomst

\r\nRosé komt uit dezelfde streken als waar ‘traditionele’ witte en rode wijn wordt gemaakt. Frankrijk is nog steeds de grootste producent. Met name uit de Provence komen veel roséwijnen. Daarnaast wordt er ook rosé gemaakt in Duitsland, Portugal, Spanje en zelfs uit Kroatië.\r\n

Eten en drinken

\r\nEen rosé wordt meestal gekoeld gedronken, en is een wijn die geschikt is voor vele gelegenheden. Vaak wordt hij op de zomerdag gedronken, maar ook als wijn bij de maaltijd is de rosé een geschikte keuze. Waar hij het beste bij past is een kwestie van smaak. Ook hier geldt: een rosé valt tussen de traditionele smaken in en is dus een heel veelzijdige keuze.